HAARLEM- De Wet DBA wordt opgeschort. Zzp’ers en opdrachtgevers krijgen tot 1 januari 2018 geen boete of naheffing. In de tussenliggende periode gaat het kabinet onderzoeken of het arbeidsrecht herijkt moet worden.
Staatssecretaris Wiebes van Financiën schrijft in een brief aan de Kamer: “Op dit moment is er veel onrust en onzekerheid bij opdrachtgevers en opdrachtnemers over de wet DBA. Opdrachtgevers zijn huiverig zzp’ers in te huren en zzp’ers zijn bang hun opdrachten kwijt te raken. Dit leidt tot zorgen en onzekerheid over werk en inkomen. Ik begrijp dat deze zorgen ingrijpend zijn. Deze onzekerheid over de Wet DBA moet dan ook snel zoveel mogelijk worden weggenomen.”
Bevindingen onderzoek
De afgelopen is er onderzoek gedaan naar de effecten van de Wet DBA. Gesprekken met ondernemers en het Meldpunt DBA hebben tot de volgende bevindingen geleid:
- Opdrachtgevers zijn terughoudend in het inhuren van zzp'ers.
- Het onderscheid tussen ondernemerschap en dienstbetrekking sluit niet overal aan bij de praktijk
- Opdrachtgevers ervaren de arbeidswetgeving als knellend.
Dienstbetrekking
Wiebes: “Bij sommige arbeidsrelaties is het duidelijk dat het om een dienstbetrekking gaat. In de afgelopen maanden namen veel opdrachtgevers voor het eerst in tien jaar hun arbeidsrelatie met opdrachtnemers onder de loep en kwamen zelf tot die conclusie - veelal zonder inmenging van de Belastingdienst. Vaak gaat het om een beperkt deel van het zzp-bestand van die opdrachtgevers. En om werkenden die soms al jarenlang in de organisatie meedraaien. Veel van deze organisaties geven aan dat ze geen moeite hebben met de afdracht van loonheffingen en sociale lasten. Dat ze doen ze namelijk voor hun reguliere werknemers óók. Wél hebben ze moeite met de inflexibiliteit die de arbeidswetgeving in hun ogen oplevert.”
ITNL is de trotse sponsor van de Meisjes C1 van Saxenburg. Bij de uitwedstrijden pronken ze in een prachtig shirt van ITNL compleet met rugnummers. De jongedames komen uit in de 1e klasse. Kijk op www.saxenburg.nl om te kijken waar ze spelen.
De wet DBA, de opvolger van de VAR, zorgt voor veel beroering bij ondernemers. De angst voor naheffingen door de belastingdienst is groot. Veel bedrijven stoppen zelfs met inhuren van zzp'ers ondanks de sussende woorden van staatssecretaris Wiebes van Financiën. In de discussie rond de modelcontracten, uitvloeisel van de wet DBA, draait alles om de vraag of er sprake is van een dienstbetrekking.
Wat verstaat de fiscus eigenlijk onder een dienstbetrekking?
De Belastingdienst stelt het zo: Een dienstbetrekking is een arbeidsrelatie die is gebaseerd op een overeenkomst tussen een werkgever en een werknemer. Met deze overeenkomst maken werkgever en werknemer afspraken over de voorwaarden waaronder de werknemer tegen betaling werkt. Meestal leggen de werkgever en werknemer deze afspraken schriftelijk vast, maar zij kunnen dat ook mondeling of stilzwijgend doen.
Er is niet alleen sprake van een dienstbetrekking als iemand in vaste dienst is. Ook de omvang van het werk bepaalt niet of er een dienstbetrekking is. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van een dienstbetrekking bij:
losse hulpkrachten en vakantiewerkers
huishoudelijke werkzaamheden
een ambtelijke aanstelling
vrijwilligerswerk
Er zijn verschillende soorten dienstbetrekkingen:
1 een echte dienstbetrekking;
2 een fictieve dienstbetrekking
3 een vroegere dienstbetrekking
1) Echte dienstbetrekking
De kenmerken van een echte dienstbetrekking zijn:
De werknemer heeft zich verplicht om persoonlijk voor de werkgever te werken.
De werkgever is verplicht om de werknemer voor het werk loon te betalen.
Tussen de werknemer en de werkgever bestaat een gezagsverhouding.
Gezagsverhouding
Er is een gezagsverhouding als je het recht hebt om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan, of voor bijvoorbeeld werktijden, productie-eisen of omgang met klanten. De werknemer moet zich aan je opdrachten en aanwijzingen houden. Je kunt het geven van opdrachten en aanwijzingen ook overlaten aan een ander, bijvoorbeeld aan degene bij wie de werknemer eigenlijk werkt (bijvoorbeeld als je jouw werknemer uitzendt of detacheert).
Er kan echter ook sprake zijn van een gezagsverhouding als je nauwelijks opdrachten en aanwijzingen geeft. Bijvoorbeeld als het om eenvoudig werk gaat of als de werknemer specifieke vaardigheden heeft. Zelfs als je helemaal geen opdrachten en aanwijzingen geeft, kan er sprake zijn van een gezagsverhouding. Bijvoorbeeld als je toezicht houdt op de werkzaamheden, het werk controleert of klachten over het werk behandelt. De Belastingdienst: “Wij beoordelen de bepalingen in overeenkomsten in onderling verband, waarbij we kijken naar de aanwezigheid van al deze verschillende kenmerken. Als minstens 1 van de 3 voorwaarden ontbreekt, is er geen sprake van een echte dienstbetrekking.”
Naast deze drie kenmerken zijn er overigens nog andere bepalingen die een rol kunnen spelen. Bijvoorbeeld of een opdrachtnemer zich “vrij en willekeurig” mag laten vervangen door een derde. Lees hier hoe de Belastingdienst met deze bepalingen omgaat.
2) Fictieve dienstbetrekking
Als er geen sprake is van een echte dienstbetrekking, kan de arbeidsrelatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer (en zelfs de hulpen van de opdrachtnemer) een fictieve dienstbetrekking zijn. Dat betekent dat je de dienstbetrekking behandelt als een echte dienstbetrekking en dat je voor het inhouden en betalen van loonheffingen dezelfde regels moet toepassen als bij echte dienstbetrekkingen.
Voorbeelden van fictieve dienstbetrekkingen voor alle loonheffingen zijn:
3) Vroegere dienstbetrekking
Bij een vroegere dienstbetrekking is de dienstbetrekking beëindigd. De ex-werknemer heeft nog wel inkomsten uit die beëindigde (vroegere) dienstbetrekking. Bijvoorbeeld een pensioen- of een ontslaguitkering. Ook sommige soorten uitkeringen zijn loon uit vroegere dienstbetrekking, waarvoor de regels voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen, de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw en soms ook de premies werknemersverzekeringen gelden.
Modelovereenkomsten
De modelovereenkomsten vervangen de 'Verklaring arbeidsrelatie' (VAR), die sinds 1 mei 2016 is afgeschaft. Als je werkt met een freelancer of zelfstandige zonder personeel en twijfelt of er sprake is van een dienstbetrekking, gebruik dan een modelovereenkomst. Overigens biedt een modelovereenkomst alleen geen zekerheid, er moet ook daadwerkelijk worden gewerkt conform deze modelovereenkomst.
De modelovereenkomsten zijn via deze link op de site van de Belastingdienst te vinden. Je hoeft dan geen loonheffingen in te houden en te betalen als je met je opdrachtnemer volgens deze overeenkomst werken. Je kunt ook zelf een overeenkomst opstellen en laten beoordelen door de belastingdienst. Daar gaat wel enige tijd overheen en succes is niet verzekerd. Zo zijn er van de 4481 ingekomen modelcontracten tot 1 augustus slechts 370 goedgekeurd door de fiscus.
En dat laatste geeft ons te denken....want wat gebeurt als je wel een modelovereenkomst hebt en na controle blijkt helemaal niet zo te werken?? Precies; een boete en naheffingen.
(Bron De Belastingdienst: www.belastingdienst.nl/ib47)
Het systeem van de VAR stuitte op bezwaren, omdat het schijnzelfstandigheid mogelijk maakte.
De VAR was bedoeld om vast te stellen of bedrijven loonheffing moeten inhouden en betalen over de inkomsten van zzp'ers. Hierbij waren mensen die officieel als zzp'er werken, eigenlijk in dienst bij de werkgever. Voor de Belastingdienst was dit lastig te controleren.
Per mei regelt de Wet Deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) de relatie tussen opdrachtgever en zzp'er.
De VAR is vervangen door modelovereenkomsten tussen zzp'ers en hun opdrachtgevers.
Dit moet zowel bedrijven als zzp'ers meer duidelijkheid verschaffen. Met de invoering van de nieuwe wet wordt de verantwoordelijkheid voor de opdrachtgever groter, aangezien deze een grotere rol gaat spelen bij de invulling van de overeenkomst. Eerder lagen de verantwoordelijkheid en de financiële gevolgen nog vooral bij de zzp'er.
Als beide partijen volgens de goedgekeurde overeenkomst werken, lopen zij geen risico op naheffingsaanslagen of boetes.
Als de Belastingdienst toch een dienstverband vaststelt, zijn opdrachtgever en -nemer samen verantwoordelijk.
De Belastingdienst stelt in samenwerking met externe organisaties verschillende modelovereenkomsten op. Op basis daarvan hoeft een opdrachtgever geen loonheffingen in te houden en te betalen. Zzp'ers en ondernemingen kunnen die overeenkomsten downloaden.
Belangenorganisaties, individuele opdrachtgevers of hun intermediairs kunnen ook zelf overeenkomsten opstellen en ter beoordeling voorleggen aan de Belastingdienst, bijvoorbeeld voor een bepaalde sector of beroepsgroep.
Er zijn drie categorieën modelovereenkomsten.
De eerste is de al genoemde algemene overeenkomst, opgesteld door externe partijen, soms samen met de Belastingdienst. Hiermee zijn bijna alle arbeidsrelaties, waarbij geen sprake is van een dienstbetrekking, gedekt.
De tweede categorie bestaat uit voorbeeldovereenkomsten voor bedrijfstakken en beroepsgroepen. Sectoren en belangenorganisaties kunnen deze voorleggen. Ze zijn bedoeld voor iedereen die volgens de voorwaarden van de betreffende branche of beroepsgroep werkt.
Als derde is er nog de individuele overeenkomst. Individuele opdrachtgevers of opdrachtnemers kunnen deze voorleggen aan de Belastingdienst.
Er is vanuit verschillende hoeken kritiek op de nieuwe wet.
Belangenorganisaties en vakbonden zetten vraagtekens bij de Wet DBA. Zo wordt gevreesd dat de wet meer regeldruk met zich meebrengt in plaats van minder.
Vakbond CNV is bang dat de Belastingdienst niet streng genoeg zal toezien op de modelovereenkomsten en waarschuwt dat ze niet te makkelijk goedgekeurd moeten worden. De Stichting Zzp Nederland stipt aan dat veel zzp'ers in onzekerheid verkeren nu de VAR wordt afgeschaft. Ook is er volgens de belangenorganisatie sprake van een gebrek aan informatie over de werkwijze.
ITNL heeft de goedgekeurde overeenkomsten klaarliggen voor gebruik, we willen alleen eerst even kijken wat de Jurisprudentie omtrent dit onderwerp gaat zijn. We hebben inmiddels evenzoveel verschillende oplossingen als meningen gehoord en niemand schijnt precies te weten hoe het zit. Kortom, geen stress
Door de nieuwe wetgeving is er zeer veel onrust in de markt. Veelal doordat HR medewerkers niet exact weten wat de nieuwe wetgeving voor hun betekent.
Bedrijven nemen op grote schaal afscheid van zzp'ers en freelancers. Dit met het oog op de afschaffing van de VAR en de invoering van de wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (wet DBA) per 1 mei 2016. Bedrijven hebben weinig vertrouwen in de nieuwe wet en zoeken daarom massaal naar alternatieven met meer zekerheid, zoals detachering en payrolling.
De invoering van de wet DBA per 1 mei als opvolger van de VAR roept veel vragen op. Zo bleek ook gistermorgen. Een webinar van de Belastingdienst over de gevolgen van de wet voor opdrachtgevers trok zo veel belangstellenden dat de server van de Belastingdienst het even niet trok.
"Er is veel onrust in de markt. Niet alleen bij zzp'ers, maar dus ook bij opdrachtgevers", bespeurt Christiaan Trox, directeur van Indicia-Timeflex. "De wet DBA heeft tot doel de problematiek van de schijnzelfstandigheid structureel aan te pakken. De Belastingdienst heeft hierdoor vooraf meer helderheid over arbeidsrelaties. Maar bedrijven spreken van een onzekere, risicovolle situatie."
ITNL denkt mee met zowel de opdrachtgever als de ZZP'er en heeft hier een oplossing voor, neem contact met ons op om de mogelijkheden te bespreken!
(bron: bc.nl)