HAARLEM - Het lijkt beter te gaan met de economie in Nederland. Zowel het producenten- als het consumentenvertrouwen is de afgelopen maand sterk gestegen en maakte daarmee de daling van de twee maanden ervoor weer goed. Beide liggen nu boven hun 20-jarig gemiddelde.
• Daling werkloosheid en stijging consumentenuitgaven
• Kredietvoorwaarden verder versoepeld
• Faillissementen nemen af, maar voorzichtigheid blijft geboden
Daling werkloosheid en stijging consumentenuitgaven
Een ander positief signaal is de daling van de werkloosheid. Deze is wederom gedaald tot 6,5 procent in september. Er zijn weer meer mensen aan het werk gegaan en hiermee nam de werkloosheid voor de vijfde maand op rij af. Dankzij het herstel van het vertrouwen en de aantrekkende arbeidsmarkt zijn ook de consumentenuitgaven in augustus met 1,5 procent gestegen ten opzichte van vorig jaar.
Productie industrie stijgt, export stijgt door wederuitvoer
Ook de productie van de industrie steeg in augustus met 1,4 procent vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. De export steeg gelijktijdig met 1,2 procent, maar die groei was geheel toe te schrijven aan de toename van de wederuitvoer. De uitvoer van Nederlandse producten kromp.
Kwetsbaarheid Nederlandse economie blijft
Ondanks de positieve ontwikkelingen blijft het herstel van de Nederlandse economie kwetsbaar. De economie groeit volgens het CPB dit jaar met 0,75 procent en volgend jaar met 1,25 procent.
Kredietvoorwaarden verder versoepeld
In het derde kwartaal van 2014 hebben Europese banken de kredietvoorwaarden verder versoepeld; dit gebeurde in het tweede kwartaal voor het eerst sinds het uitbreken van de financiële crisis. Dit blijkt uit de meest recente bankenenquête van de ECB. Daarbij moet wel in ogenschouw gehouden worden dat de voorwaarden nog relatief strikt zijn. De vraag naar leningen is gemiddeld gestegen. Voor de aankoop van een huis nam deze toe met 4 procent, voor bedrijfsleningen met 2 procent. De vraag naar consumptief krediet daalde echter met 7 procent.
Faillissementen nemen af, maar voorzichtigheid blijft geboden
Onderzoek van Atradius wijst uit dat het faillissementsniveau voor ontwikkelde markten voor dit jaar hoog blijft. Dit geldt ook voor Nederland. Na twee jaar van sterke groei zal het aantal faillissementen in Nederland in 2014 dalen met 10 procent. Dit is het resultaat van het bescheiden herstel van de economie. In de eerste zes maanden van dit jaar sloten in Nederland 12 procent minder bedrijven de deuren dan in dezelfde periode vorig jaar. Voorzichtigheid is echter geboden: vrijwel overal ligt het faillissementsniveau nog ver boven dat van 2007.
Nieuwe regels voor flexibele arbeid
Vanaf 1 juli 2014 gelden er, op het gebied van aanzegtermijn, proeftijd, concurrentiebeding en loonbetaling als er geen werk is, een aantal nieuwe regels voor flexibele arbeid.
1. De aanzegtermijn
Op dit moment is een werkgever niet verplicht om een werknemer erop te attenderen dat zijn contract afloopt. Vanaf 1 juli 2014 geldt het volgende: de werkgever moet de werknemer uiterlijk één maand voor het aflopen van het contract, schriftelijk laten weten of het contract wordt voortgezet (of niet). Dit geldt voor alle contracten die zes maanden of langer duren. Doet de werkgever dit niet, dan heeft de werknemer recht op een schadevergoeding van één maand loon. Als de werkgever dit binnen de laatste maand voor het aflopen van het contract doet, dan betaalt de werkgever de vergoeding over de termijn die hij te laat is. Dit geldt overigens pas als het contract nà 1 augustus 2014 eindigt.
2. Proeftijd voor korte contracten
Op dit moment mogen werkgevers altijd een proeftijd in een arbeidsovereenkomst opnemen. Voor contracten korter dan twee jaar mag nu een proeftijd van één maand worden afgesproken en voor contracten langer dan twee jaar mag een proeftijd van twee maanden worden afgesproken. Vanaf 1 juli 2014 geldt het volgende: bij contracten tot 6 maanden of korter mag géén proeftijd meer worden afgesproken.
3. Het concurrentiebeding
Op dit moment mag een werkgever altijd een concurrentiebeding opnemen in een arbeidsovereenkomst. Vanaf 1 juli 2014 geldt het volgende: in tijdelijke contracten mag alleen nog een concurrentiebeding worden opgenomen als de werkgever motiveert dat er een zwaarwichtig bedrijfs- of dienstbelang aanwezig is. Zonder een motivatie is een concurrentiebeding niet geldig. In tijdelijke contracten die vóór 1 juli worden afgesloten mag nog wel een concurrentiebeding staan.
4. Loonbetaling als er geen werk is
Een werkgever moet loon betalen als er even geen werk is of als er niet gewerkt kan worden door een reden die ‘in redelijkheid voor rekening en risico van de werkgever moet komen’, zoals onwerkbaar weer. Op dit moment mag een werkgever deze verplichting de eerste zes maanden van het contract uitsluiten. Vanaf 1 juli 2014 geldt het volgende: Tot nu toe mocht in de cao worden opgenomen dat de loondoorbetalingsplicht langer dan zes maanden kan worden uitgesloten; vanaf 1 juli 2014 mag dat niet meer.
Kortom een hoop wijzigingen zowel voor ons als werkgever maar ook voor de werknemers!